Wijn uit e vaatje, ma wel e goei vaatje hé!
Als ik naar Pascal rijdt zit mijn maatje, Sarah Van Pelt, naast me als co-piloot. Zij kent Pascal al een tijdje en is al bij hem thuis geweest maar mijn GPS is een veel betere co-piloot! Ik verkies dan ook om mijn GPS te volgen in plaats van Sarah als we toch op een behoorlijk uur willen aankomen. Onderweg telefoon van Pascal, er is plaats voor het huis je kunt daar parkeren! Ok, maar welk is zijn huis nu weer lacht Sarah als we door de staart rijden. Maar Pascal heeft gelukkig een huisnummer doorgegeven en eindelijk vinden we onze gereserveerde parkeerplaats.
Sarah drukt op de bel en enkele tellen later staat Pascal naast de auto en met drie is de auto zo leeg gemaakt. ‘Loop maar gewoon door en doe alsof je thuis bent’ hoor ik Pascal zeggen en dat doe ik dan ook. Trap op, living door en dan kom ik in de keuken; een groot kookeiland met heel wat stoelen rond en waar je je onmiddellijk thuis voelt. Ik zeg Anneke, Pascal zijn vrouw, vriendin, steun en toeverlaat goeie dag alsof we elkaar al jaren kennen. Dit voelt goed, dit voelt welkom!
Ik zet de oven aan en wil mijn pannen uithalen om het hapje klaar te maken als er achter mij iemand zegt ‘Denkt ge dat wij hier geen pannen hebben? Trek de kasten maar open ge moogt hier alles gebruiken!’ En als ik dan nog een bord zoek om mijn hapje op te presenteren vraag ik aan Pascal in welke kast de borden staan… dan worden alle kasten open gedaan om mij een wegwijs te maken door de keuken! ‘Dit is de kast van de ‘gewone kruiden’ en daarnaast de kast van de ‘wereldkruiden’. Als ik ergens ben voor opname of vakantie breng ik altijd kruiden mee, zo toveren we een stukje van de wereld op ons bord.’ En die ‘kast’ is niet de keukenlade die je in de meeste keukens vindt maar lijkt meer op zo’n hoge kast op wieltjes die je ook bij de apotheek ziet. Ja, ik ben hier in een keuken van zeer fijne experimentele hobbykoks terecht gekomen.
En dan gaat mijn rondleiding verder: ‘Hier zijn de glaasjes en kleine bordjes voor de hapjes, de volgende kast is voor de borden, dan de glazen, dan de wijnglazen, dan…’ en zo gaan we de hele keuken en de halve living rond.
‘Dus ge neemt maar wat ge nodig hebt hé! Maar eerst een glas wijn, witte is dat ok? Ik heb nog een vaatje in de ijskast, maar wel een goed vaatje hoor! Voilà, schol! Op een fijne lekkere avond!’. En hopla, we staan met een goed glas wijn in ons handen weer eens in een nieuwe keuken te koken. Het is een tijdje geleden dat ik er met ‘Diner met StreeK’ nog eens op pad ging en ik was bijna vergeten hoe leuk ik dit vind; mensen blij maken met lekker eten, samen genieten van good food en praten over veel en niks.
Ondertussen snij ik een witte pens in schijfjes en bak ik ze in mijn zelf meegebrachte pan. Die kan ik thuis gewoon in het machine steken, geen afwas hier! Een schijfje peperkoek, daar een schijfje gebakken witte pens op, nog een schijfje gebakken appel en als afwerking een fris groen blaadje en wat geroosterde walnoten.
Dan komen de andere gasten binnen wandelen, 2 kempische dames met een energie om de hele keuken te vullen. Alsof we elkaar al jaren kennen kussen we elkaar goeie dag en schuiven ze hun voetjes onder tafel, laten ze hun glas vullen door maître Pascal en proeven we samen van het eerste hapje! ‘Ja, ge moogt bij mij ook wel eens komen koken hoor, maar ik ben niet bekend genoeg zeker!’ klinkt een kempische accent al heel snel door de keuken. Blij dat ik deel uitmaak van dit fijne bonte gezelschap aanvaard ik alle complimenten met een grote glimlach en neem nog een slok van de wijn uit een goed vaatje!