Boerenkost, eenvoudig lekker
Witte pens met appemoes, een klassieke boerenkost waar je al jaar en dag heel veel mensen blij mee kunt maken. Zelf ben ik niet zo ‘vlezig’ maar ervaring heeft me wel geleerd waar je goeie pensen haalt en dat is spijtig genoeg niet in de supermarkt. Voor goeie pensen moet je bij de lokale slager zijn. Iedere slager heeft zijn eigen, geheim recept, met zijn of haar eigen kruiden samenstelling. Zo’n recept dat doorgegeven wordt van vader op zoon en dat al jaren in de familie wordt gehouden.
Pens, of boudin zoals ze ook wel zeggen, smaakt goed met iets zoet zoals appel en peperkoek. En hop, daar is een hapje geboren; een torentje van peperkoek, gebakken pens en gebakken appel. Het is super eenvoudig maar ik geef je graag toch nog eens het receptje door.
Ingrediënten
1 appel
Enkele blaadjes veldsla
Boter
8 sneetjes peperkoek
2 witte pensen
Walnoten
Bereiding
Snij elk van de twee pensen in 8 gelijke schijfjes.
Steek met een uitsteekvormpje ter grootte van de schijfjes pens uit elk sneetje peperkoek 2 rondjes zodat je 16 rondjes peperkoek hebt.
Snij de ongeschilde appelen in schijven van 1 cm dik en steek er ook 16 rondjes uit ter grootte van de schijfjes pens.
Rooster de fijngehakte walnoten even in de braadpan, roer regelmatig zodat ze niet aanbranden.
Smelt 1 eetl. boter in een braadpan en bak de appelrondjes 1 min. goudbruin aan elke kant. Haal uit de pan en laat uitlekken op keukenpapier.
Smelt opnieuw 1 eetl. boter in de pan en bak de pensen 1 à 2 min. aan elke kant. Kruid met zwarte peper.
Maak 16 torentjes met telkens 1 schijfje peperkoek, 1 schijfje witte pens, 1 schijfje appel. Werk af met een blaadje veldsla en steek vast met een mooi prikkertje. Strooi wat geroosterde walnoten over de torentjes en serveer lauw of koud.